Inleiding
Systeemvereisten
Profielen beheren
Profielen maken of wijzigen
Profielen verwijderen
Automatische profielselectie
Schakelen tussen profielen
TCP/IP configureren
Windows XP configureren
Beveiliging
EAP-TLS
EAP-TTLS
PEAP (EAP-GTC)
PEAP (EAP-MSCHAP V2)
LEAP
WPA-toegangscode
Status of diagnostische gegevens controleren
Huidige status controleren
Stuurprogrammagegevens controleren
Statistische gegevens controleren
Verbinding maken met een ander netwerk
Instellingen
Weergave van de signaalsterkte
Weergave van de gegevens
Weergave van het vernieuwingsinterval
Hulpmiddelen
Systeemvakpictogram Hulpprogramma voor probleemoplossing Radio in-/uitschakelen
AtherosAtherosAtheros
| |
TCP/IP-configuratie
U configureert als volgt het TCP/IP-adres voor het netwerkapparaat:
- Als u de eigenschappen van de draadloze netwerkadapter hebt geconfigureerd, opent u het Configuratiescherm en vervolgens Netwerk- en inbelverbindingen.
- Zoek de LAN-verbinding die gekoppeld is aan de draadloze netwerkadapter. Klik met de rechtermuisknop op die verbinding en kies Eigenschappen.
- Selecteer Internet-protocol (TCP/IP) en klik op Eigenschappen.
- Selecteer het keuzerondje Het volgende IP-adres gebruiken en geef vervolgens een IP-adres en een subnetmasker op. Als u een IP-adres en een subnetmasker toewijst, kunt u stations gebruiken in de toegangspuntmodus (infrastructuurmodus) of in de ad-hocmodus en hebben de stations toegang tot internet. De gegevens van de standaardgateway en de DNS-server zijn ook vereist.
IP-configuratiegegevens (DHCP om het IP-adres, de gateway en de IP-adressen van de DNS-server toe te wijzen) worden over het algemeen geleverd door de IT-medewerkers van het bedrijf.
- Klik op OK als u klaar bent.
|