Inleiding
Systeemvereisten
Profielen beheren
Profielen maken of wijzigen
Profielen verwijderen
Automatische profielselectie
Schakelen tussen profielen
TCP/IP configureren
Windows XP configureren
Beveiliging
EAP-TLS
EAP-TTLS
PEAP (EAP-GTC)
PEAP (EAP-MSCHAP V2)
LEAP
WPA-toegangscode
Status of diagnostische gegevens controleren
Huidige status controleren
Stuurprogrammagegevens controleren
Statistische gegevens controleren
Verbinding maken met een ander netwerk
Instellingen
Weergave van de signaalsterkte
Weergave van de gegevens
Weergave van het vernieuwingsinterval
Hulpmiddelen
Systeemvakpictogram Hulpprogramma voor probleemoplossing Radio in-/uitschakelen
AtherosAtherosAtheros
| |
Systeemvakpictogram
Het systeemvakpictogram wordt onder aan het scherm weergegeven en geeft de signaalsterkte weer met kleuren. Ook wordt de sterkte van het ontvangen signaal weergegeven (RSSI, Received Signal Strength Indication).

Wijs het systeemvakpictogram aan met de muisaanwijzer om de naam van het huidige configuratieprofiel en de koppeling weer te geven. Ook de snelheid voor verzenden en ontvangen, de naam van de draadloze adapter en het IP-adres worden weergegeven.
U hebt de volgende mogelijkheden als u met de rechtermuisknop op het systeemvakpictogram klikt:
Help |
De Help openen. |
Atheros-clienthulpprogramma openen |
Het Atheros-clienthulpprogramma (ACU) starten. Gebruik het ACU om het profiel te configureren of om de status en statistische gegevens weer te geven. |
Probleemoplossing |
Hiermee start u het hulpprogramma voor probleemoplossing. |
Voorkeuren |
Hiermee stelt u de opties voor opstarten en voor het menu in voor het ACU. Stel in of het programma automatisch worden gestart als Windows wordt gestart en selecteer alle menu-items die in het snelmenu moeten worden weergegeven. |
Radio inschakelen/
Radio |
Hiermee schakelt u het RF-signaal in of uit. |
Handmatige LEAP-aanmelding |
Hiermee kunt u zich handmatig aanmelden bij LEAP als bij elke LEAP-aanmelding wordt gevraagd om de gebruikersnaam en het wachtwoord. |
Opnieuw verifiëren |
Hiermee wordt het toegangspunt op nieuw geverifieerd. |
Profiel selecteren |
Klik op het configuratieprofiel dat u wilt gebruiken. Als er geen configuratieprofiel bestaat voor de verbinding, voegt u eerst een profiel toe. |
Verbindingsstatus weergeven |
Hiermee heeft u het venster Verbindingsstatus weer. In dit venster wordt informatie over de verbinding weergegeven:
Actief profiel |
Hier wordt de naam van het actieve configuratieprofiel weergegeven. |
Automatische profielselectie |
Hier wordt weergegeven of automatische profielselectie is ingeschakeld. |
Verbindingsstatus |
Hier wordt weergegeven of de adapter is verbonden met het draadloze netwerk. |
Koppelingskwaliteit |
Hier wordt de kwaliteit van de koppeling weergegeven. |
SSID |
Hier wordt de SSID van het gekoppelde netwerk weergegeven. |
Naam van het toegangspunt |
Hiermee geeft u de naam van het toegangspunt weer waarmee de draadloze adapter is verbonden. |
IP-adres van het toegangspunt |
Hiermee geeft u het IP-adres van het toegangspunt weer waarmee de draadloze adapter is verbonden. |
Verbindingssnelheid |
Hiermee wordt de snelheid van de koppeling weergegeven. |
IP-adres van de clientadapter |
Hiermee wordt het IP-adres van de draadloze netwerkadapter weergegeven. |
|
Afsluiten |
Hiermee sluit u het Atheros-clienthulpprogramma. |
De kleuren hebben de volgende betekenis:
Kleur
|
Kwaliteit
|
RSSI*
|
Groen
|
Uitstekend |
20 dB + |
Groen
|
Goed |
10-20 dB + |
Geel
|
Slecht |
5-10 dB |
Rood
|
Slecht |
< 5 dB |
Grijs
|
Geen verbinding |
Geen verbinding |
*Received Signal Strength Indication RSSI. Deze waarde wordt weergegeven in dB of als percentage.
Hiermee schakelt u het systeemvakpictogram in of uit in het menu Actie.
|